Acrogym, kortweg acro, is een dynamische spectaculaire sport binnen de gymnastiek. Kenmerkend is dat acro niet individueel wordt beoefend, maar in een team. Het is een groepsport die kracht, evenwicht en lenigheid combineert met dans en acrobatische elementen. In deze sport worden er geen toestellen gebruikt, maar de teams gebruiken hun partner als basis om evenwichtsdelen op de grond of salto's in de lucht uit te voeren.

Een team bestaat uit een sterke onderpartner(s) en een lichte bovenpartner, die goed op elkaar moeten ingespeeld zijn. Want timing is hier uiterst belangrijk bij. De volgende combinaties zijn mogelijk: meisjes paar, jongens paar, gemengd paar; maar ook groepen die bestaan uit 3 meisjes of 4 jongens.

Er bestaan verschillende wedstrijdniveaus: recrea, I-C-B-A niveau. Normaal wordt er een combinatie oefening uitgevoerd, maar bij het A-niveau worden er 3 oefeningen getoond; 1 oefening met alleen tempo elementen, 1 oefening met alleen balanselementen en 1 combinatie-oefening met zowel balans als tempo elementen. Bij balanselementen wordt er een evenwichtshouding aangenomen die minimaal 3 seconden moet worden aangehouden; bij tempo-elementen wordt de bovenpartner geworpen, waarbij deze bijvoorbeeld een salto maakt. In een oefening zitten ook individuele elementen, zoals een radslag, flikflak of een salto.

Om de tempo-elementen veilig aan te leren, wordt er gebruik gemaakt van een lounge, waar de bovenpartner letterlijk vasthangt. Een bovenpartner kan ook oefenen op paaltjes, waar de armen of benen van de onderpartner worden nagebootst.

De oefeningen worden gebracht op een verende vloer van 12 bij 12. Ze worden uitgevoerd op muziek, die maximaal 2.30 min mag duren, en met een mooie choreografie. De jury beoordeelt de uitvoering op artistiek en technisch vlak, maar ook de moeilijkheid van alle elementen speelt een rol in de eindscore.

Om toegelaten te worden tot deze groep moet je geselecteerd worden, o.a. vanuit de pre-competitie.

Sinds september 2011 werkt onze trampolinegroep samen met STB Gymnastics-Berchem.

Trampoline is een onderdeel van de gymnastiek. Op een trampoline maakt de turner gebruik van een sterk verende matras en zijn eigen spierkracht om zich in verschillende standen in de lucht te laten veren. In de lucht maakt hij sprongen, salto's, schroeven, ..., landt weer en begint opnieuw.

MAXI-TRAMPOLINE:

Wie Trampoline als sport kiest mag vooral geen hoogtevrees hebben. Deze discipline speelt zich namelijk af in de ruimte en gymnasten springen tot 8 meter hoog. De trampolinegymnasten springen reeksen waarbij ze salto's en schroeven combineren tijdens de sprongen.
De trampolinespringers worden beoordeeld op de moeilijkheid en de uitvoering van hun oefeningen. Op het hoogste niveau worden bijna uitsluitend meervoudige salto's gesprongen, gecombineerd met meervoudige schroeven.

DUBBEL MINITRAMPOLINE:

De dubbele minitrampoline is het resultaat van een experiment met 2 minitrampolines. Sprongen op de dubbele minitrampoline vragen durf, coördinatie, perfectie,... De gymnasten voeren op wedstrijd twee verschillende doorgangen uit in de voorrondes en nog eens twee doorgangen in de finale.

• Een doorgang bestaat uit twee sprongen: één sprong waarbij er vertrokken en geland wordt op de dubbele minitrampoline en één sprong waarbij de gymnast vertrekt op de dubbele minitrampoline en landt op de landingsmatten.
• Een jurypanel bestaat uit 5 uitvoeringsjuryleden en 2 moeilijkheidsjuryleden. Daarnaast is er nog een voorzitter die alles in goede banen moet leiden.
• Elk uitvoeringsjurylid beoordeelt een oefening op 10 punten. De drie middelste scores worden opgeteld en daarbij wordt dan de moeilijkheid geteld.

Er bestaan verschillende wedstrijdniveaus: recrea, C-B-A niveau en de gymnasten worden ingedeeld volgens leeftijd.

Om toegelaten te worden tot deze groep moet je geselecteerd worden, o.a. vanuit de pre-competitie.

Tumbling is een aaneenschakeling van spectaculaire turnoefeningen op een lange verende baan. Bij de tumblingreeksen wisselen rondat, flikflaks, salto's en schroeven elkaar in een snel tempo af.

Snelheid, kracht en techniek zijn de basisvereisten om de delen aan elkaar te schakelen tot een sprongenreeks. Lenigheid is ook hier een belangrijk voordeel inzake uitvoering van bepaalde delen, bijvoorbeeld de hoeksalto's. Hoewel superlenigheid geen hoofdvereiste is, moet er toch genoeg aandacht besteed aan worden voor en tijdens en/of na de training om algemene verstijving en spierscheuren te voorkomen.

Deze discipline wordt vanaf 9 jaar door jongens en meisjes beoefend. De tumblers worden niet alleen ingedeeld per niveau maar ook per leeftijdscategorie. In I-, A-, B- en C-niveau worden de jongens en de meisjes ook gescheiden.